Het is ook fijn als het klikt tussen jou en het medium dat je kiest. Zorg dus dat je die persoon bijvoorbeeld even telefonisch spreekt (als dat mogelijk is) en vraag wat je van een reading kunt verwachten. Als je een goed gevoel krijgt bij die persoon, is de kans op een teleurstellende reading kleiner. En onthou dat je het medium niet meteen al allerlei persoonlijke informatie geeft. Laat hem of haar eerst maar komen met specifieke details over jou. Dat zal je reading indrukwekkender en veel betekenender maken. Nadat ik de boodschappen van de andere kant heb doorgegeven, neem ik de reading altijd nog even door. Dan sta ik stil bij opvallende voorwerpen die genoemd zijn of bij herinneringen die de overledene gebruikte om zijn aanwezigheid te bevestigen. Het is belangrijk dat de cliënt de boodschap van zijn dierbare te horen krijgt, maar die boodschap zal beter aankomen als de cliënt later nog kan terugdenken aan de details die naar voren kwamen en zich de momenten van bevestiging kan herinneren. Ik blijf niet eindeloos stilstaan bij het verdriet dat naar voren kan komen. Tranen zijn heel gewoon bij een reading; ik geef liever de momenten van geluk extra aandacht.
Bij mijn familie doe ik het wel eens heel anders; daar hoeven deze regels niet altijd op te gaan. Als ik weet dat een familielid een hartaanval gaat krijgen moet ik hem dat vertellen, ook al staat hij niet open voor wat ik doe. Mijn familie moet genoegen nemen met mij en mijn gave. Als ik de boodschappen doorgeef, voldoe ik aan mijn verplichtingen tegenover hen en mijn roeping.
Zo kwam Joe's overleden vader ‘s nachts een keer bij me door. Hij liep naast ons bed heen en weer en de vloer kraakte helemaal. (Wat een stereotiep spookbeeld: een krakende vloer!) Tot mijn vreugde kon Joe zijn vaders heen en weer geloop ook horen; ik was nu eens niet de enige die de signalen opmerkte. We lagen twintig minuten lang samen te luisteren naar zijn vader die naast ons bed ijsbeerde. Ik trok het dekbed over mijn hoofd en probeerde hem te negeren.
‘Wat wil hij?’ vroeg Joe.
‘Dat wil ik niet weten. Ik ben moe.’
‘Allison, kom op nou, vraag het hem dan,’ zei Joe.
‘Hij zegt dat je broer naar de dokter moet gaan, maar ik ga hem dat niet vertellen. Hij luistert toch niet.’
De volgende avond — Joe en ik stonden weer op het punt te gaan slapen — ging onze alarminstallatie opeens af Joe controleerde alles en dacht dat hij het probleem had opgelost, hoewel we niet hadden ontdekt hoe het alarm was afgegaan. We gingen naar bed. Omstreeks half twee ‘s nachts ging het alarm weer af.
‘Vraag je gidsen eens wat er mis is met het alarm,’ zei Joe. Dat deed ik en het antwoord luidde: ‘Het gele draadje zit los.’
Ik gaf dit door aan Joe en ik zei dat het geen zin had om op te staan omdat het beveiligingsbedrijf nu toch al onderweg was. Ik vertelde dat het Joe's vader was die het alarm deed afgaan. Hij gaf daarmee aan dat hij gealarmeerd was over de gezondheid van zijn zoon. De volgende ochtend kwam er iemand van het beveiligingsbedrijf langs. Ik vroeg hem of de alarminstallatie een gele draad bevatte en zo ja, wat die draad precies deed. Hij antwoordde dat het systeem inderdaad een gele draad bevatte en dat die verbonden was met het bedieningspaneel.
Dit zei me natuurlijk niets. De reparateur ging naar de eerste verdieping en klom in de slaapkamer op een stoel. Het alarmkastje met alle draden zit namelijk helemaal boven in mijn kledingkast. Hij deed de deur open en scheen met zijn zaklamp op het kastje.
‘Dat is wel raar, zeg,’ zei hij. ‘De gele draad zit los. Bij de installatie van deze kastjes maken ze de draden altijd goed vast.’ Ik zag aan zijn gezicht dat de reparateur opeens besefte dat de gele draad waarnaar ik hem had gevraagd los zat. Ik vroeg me af of hij dacht dat ik dat expres had gedaan om hem hierheen te lokken. Ik vond het wel leuk om hem in het ongewisse te laten. Hij had de waarheid waarschijnlijk nog vreemder gevonden. Ik belde Joe en vertelde hem dat het gele draadje inderdaad loszat. Joe besloot dat hij de volgende ochtend zijn broer zou bellen. Joe was zenuwachtig. Het enige waar we op konden hopen was dat zijn broer enigszins zou openstaan voor deze informatie en naar de dokter zou gaan. Joe's broer werkt bij een ingenieursbedrijf en is nogal rationeel ingesteld. Joe belde zijn broer op zijn werk. Zodra zijn broer de telefoon oppakte, ging het brandalarm op zijn werk af. Joe stond perplex. Zijn broer maakte een opmerking over hoe raar het was dat het brandalarm was afgegaan en dat hij hem zou moeten terugbellen omdat hij hem niet kon verstaan boven al het lawaai uit. Joe's vader ging echt tot het uiterste om zijn boodschap door te geven. Joe was erg aangedaan door dit alles. Hij bracht de boodschap uiteindelijk over aan zijn broer, maar helaas raakte mijn koppige zwager niet overtuigd en hij ging niet naar de dokter. Hij wacht liever af en ziet wel wat er gebeurt.
HOOFDSTUK 11
WIL JE HET ECHT WETEN?